ID: 30452
Omschrijving
oude orig. gravure wittevrouwenpoort Utrecht Basan 1740-1755.
afmetingen 20 x 29 cm
exclusief verzendkosten
Gegevens amsterdams archief:
Beschrijving
Porte d'' Amsterdam, allant à Utrecht
· Ten onrechte aangezien voor de Utrechtsepoort in Amsterdam; in werkelijkheid de Wittevrouwenpoort te Utrecht.
Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht op de stadswal met de Wittevrouwenpoort en -brug te Utrecht uit het zuidoosten,
met rechts het wachthuisje en het toegangshek en meer naar achteren de torens de Hond en de Wolf.
Op de achtergrond in het midden de Plompetoren.
Afmetingen: 200 x 290 mm
· Documenttype
prent
· Vervaardiger
Benard, ... (uitgever)
Delorme, J.J.
Basan, F.
· Collectie
Collectie Atlas Dreesmann
· Datering
1740 ca. t/m 1755 ca.
De Wittevrouwenpoort, gebouwd omstreeks 1230, was vanaf de middeleeuwen een van de vier toegangen via stadspoorten tot de stadUtrecht.[1] De poort bevond zich aan de noordoostzijde van de huidige binnenstad bij de Wittevrouwensingel waar heden deWittevrouwenbrug ligt. De poort is vernoemd naar het Wittevrouwenklooster dat in de middeleeuwen nabij lag en dat onder meer ook zijn naam aan de huidige Utrechtse buurtWittevrouwen gegeven heeft. In tegenstelling tot de huidige buurt bevond het klooster zich binnen de oude stadsmuur.
In 1649 werd, waarschijnlijk om fiscale en politionele redenen, besloten de stadspoort te vernieuwen; Hendrik Aertsz. Struys maakte het ontwerp voor het gebouw dat een bekroning kreeg van Pieter Post.
Rond 1858 is de Wittevrouwenpoort gesloopt. Op de plek verrees een nieuw gebouw. In het nieuwe pand, gebouwd door aannemer J. van der Lip, werd de klok (Odulphus") van de voormalige Wittevrouwenpoort, in 1554 gegoten door Jan TolhuyS, op het dak in het vierkantige torentje gehangen. Het nieuwe gebouw deed dienst als Commiezenhuis en was later lange tijd een politiepost.
Uit de tijd van de sloop is nog een gedichtje bekend:
Die schoone poort werd omgesmeten
Door wuften tijdgeest, niet door tijd;
Mijn vrienden, gij zult niet vergeten
Hoe haar gezicht ons heeft verblijd,
Zoo vaak wij weer naar Utrecht togen
Als academieburgers zaam,
Dan kwam ze als zegeboog voor oogen
Met haar jonkvrouwelijke naam.
afmetingen 20 x 29 cm
exclusief verzendkosten
Gegevens amsterdams archief:
Beschrijving
Porte d'' Amsterdam, allant à Utrecht
· Ten onrechte aangezien voor de Utrechtsepoort in Amsterdam; in werkelijkheid de Wittevrouwenpoort te Utrecht.
Gezicht vanaf de singel over de stadsbuitengracht op de stadswal met de Wittevrouwenpoort en -brug te Utrecht uit het zuidoosten,
met rechts het wachthuisje en het toegangshek en meer naar achteren de torens de Hond en de Wolf.
Op de achtergrond in het midden de Plompetoren.
Afmetingen: 200 x 290 mm
· Documenttype
prent
· Vervaardiger
Benard, ... (uitgever)
Delorme, J.J.
Basan, F.
· Collectie
Collectie Atlas Dreesmann
· Datering
1740 ca. t/m 1755 ca.
De Wittevrouwenpoort, gebouwd omstreeks 1230, was vanaf de middeleeuwen een van de vier toegangen via stadspoorten tot de stadUtrecht.[1] De poort bevond zich aan de noordoostzijde van de huidige binnenstad bij de Wittevrouwensingel waar heden deWittevrouwenbrug ligt. De poort is vernoemd naar het Wittevrouwenklooster dat in de middeleeuwen nabij lag en dat onder meer ook zijn naam aan de huidige Utrechtse buurtWittevrouwen gegeven heeft. In tegenstelling tot de huidige buurt bevond het klooster zich binnen de oude stadsmuur.
In 1649 werd, waarschijnlijk om fiscale en politionele redenen, besloten de stadspoort te vernieuwen; Hendrik Aertsz. Struys maakte het ontwerp voor het gebouw dat een bekroning kreeg van Pieter Post.
Rond 1858 is de Wittevrouwenpoort gesloopt. Op de plek verrees een nieuw gebouw. In het nieuwe pand, gebouwd door aannemer J. van der Lip, werd de klok (Odulphus") van de voormalige Wittevrouwenpoort, in 1554 gegoten door Jan TolhuyS, op het dak in het vierkantige torentje gehangen. Het nieuwe gebouw deed dienst als Commiezenhuis en was later lange tijd een politiepost.
Uit de tijd van de sloop is nog een gedichtje bekend:
Die schoone poort werd omgesmeten
Door wuften tijdgeest, niet door tijd;
Mijn vrienden, gij zult niet vergeten
Hoe haar gezicht ons heeft verblijd,
Zoo vaak wij weer naar Utrecht togen
Als academieburgers zaam,
Dan kwam ze als zegeboog voor oogen
Met haar jonkvrouwelijke naam.